O.S.M.T.J.

BELGIUM

DE GROOT PRIORIJ VAN BELGIË

THE GRAND PRIORY OF BELGIUM

Ordre Souverain et Militaire du Temple de Jérusalem

Soevereine en Militaire Orde van de Tempel van Jeruzalem

 

GESCHIEDENIS VAN DE MODERNE TEMPELIERSORDE

 

“DE GROOT PRIORIJ VAN BELGIË” – OSMTJ – OSMTH SO” maakt deel uit van het Internationale “OSMTJ” : ORDE SOUVERAIN ET MILITAIRE DU TEMPLE DE JERUSALEM  – www.osmtj.net – en zulks onder de impulsen en in nauwe samenwerking met onze Amerikaanse zusterorde OSMTJ USA – www.theknightstemplar.org – en werken onder leiding van S.E., Regent Prof. Dr. Nicolas Haimovici HASTIER (Nice, France) (San Remo, Italy).

Na 1307, werd het bijzonder stil rond de Tempeliers. De Tempeliers gingen ondergronds en de talrijke tempeliersgroeperingen die inmiddels ontstaan waren, en verspreid en verdeeld over de ganse wereld in anonieme groeperingen en maçonieke vereningen zouden clandestien blijven bestaan tot 1807.

Bij Keizerlijk decreet in 1807 werd De Tempelorde in ere hersteld door Keizer Napoleon BONAPARTE.  In 1918, onderging De Orde vervolgens een ré-registratie te Frankrijk in overeenstemming met de vernieuwde Franse wetgeving.

De Internationale wederopstanding van de Tempeliers in de 20ste eeuw dankte zijn bestaan aan de ontwikkelingen binnen de Groot Priorij van België, die in 1825 onder Dr. Fabre-Palaprat was opgericht en België als dusdanig had een zeer belangrijke en bevoorrechte rol in het ontstaan van de moderne Orde.  Op 19 januari 1932, werd deze registratie immers kracht bij gezet door de officiële registratie te Brussels (Belgium).  Op 20 Januari 1933 verkreeg De Orde opnieuw de officiële benaming van “Ordre Souverain et Militaire du Temple de Jérusalem”. Zulks werd opgenomen in the Belgian Monitor (Belgisch Staatsblad) dd. 20 januari 1933.

In 1957 werd OSMTJ verder uitgebouwd, onder impuls van drie Belgische Tempeliers te Brussels : Jospeh Cleeremans, Gustave Jonckbloedt en Theodore Covias tot een Internationale Organisatie. (Belgium: 1957 Namur / Belgium BE-410 20708). Tot slot werd de De Orde geregistreerd te Namen op 15 november 1975.

In 1932 vestigden verschillende voormalige leden opnieuw De Groot Priorij van België, onder de dubbele benaming van :  “Ordre Souverain et Militaire du Temple de Jérusalem” – OSMTJ  en :  “De Soevereine en Militaire Orde van de Tempel van Jeruzalem” – SMOTJ. In de hoop de “Orde van de Tempel” te herstellen als een internationale organisatie, werd een Regentschap ingevoerd . Het idee achter dit Regentaat was dat het zou functioneren als het tijdelijke leiderschap van De Orde tot er een nieuwe Grootmeester kon worden gekozen.

“De Sleutelfiguur” in deze periode betreft : De Belg : Emile ISAAC, die later de achternaam van zijn vrouw aannam, “VANDENBERG”, om zo zijn joodse afkomst te verbergen voor de nazi’s. Als Regent van de Groot Priorij van België wijdde Emile veel van zijn energie aan het revitaliseren van Templar Priorijen in heel Europa, waaronder Frankrijk, Duitsland, Schotland, Italië, Spanje, Portugal en Zwitserland. Zijn vergevorderde en veelbelovende ontwikkelingen werden echter abrupt ingekort door de komst de Tweede Wereldoorlog. De Duitse bezetting van België vormde een rechtsteeeks gevaar voor het voortbestaan van de Tempeliers. Daar de Duitsers, die actief op zoek waren naar esoterische en maçonieke Kennis en ‘geheimen’ in het algemeen en van de Tempeliers in het bijzonder maakte VANDENBERG een tijdelijke overdracht van zijn leiderschap, alsook de archieven van de Orde aan de zorg van de Portugese Groot Prior, Antonio Campello de Sousa Fontes. 

In 1943 vroeg Emile ISAAC de terugkeer van de archieven naar België, hetgeen steeds maar uitgesteld werd. Later dat jaar zou Emile ISAAC vermoord worden door middel van een georkestreerd auto-ongeval. Later werden hiervan de bewijzen teruggevonden…. .

Onmiddellijk maakte de Sousa Fontes misbruik van de plotselinge dood van Emile ISAAC om in datzelfde jaar nog de titel “Regent” te verkrijgen. Hierop ontstond een schisma, waarbij diverse Groot Priorijen Priories zijn leiderschap afwezen. 

In 1960 overleed Antonio Campello de Sousa Fontes en bepaalde in zijn testament dat zijn zoon hem als Regent van De Orde zou opvolgen. 

Sedert het begin van De Orde in 1118 werden Grootmeesters steeds gekozen en bestond er géén erfopvolging van dit hoogste ambt. Daarom accepteerden tal van Groot Priorijen de zoon van de Sousa Fontes niet als de legitieme leider van De Orde en werden ook de despotische manier waarop hij De Orde trachtte te regeren meer dan beu.

Regent de Sousa Fontes gaf in 1969 een magistrale edict uit waarin een Convent-generaal bijeengeroepen werd die voor het eerst in september 1970 in Parijs bijeen zou komen met als doel een nieuwe Grootmeester te kiezen. Veel van de Groot Priorijen waren de despotische en het ondemocratische leiderschap van de Sousa Fontes, zijn totale minachting voor transparantie en het flagrante wanbeheer beu. Tijdens dit convent verkozen de deelnemers democratisch generaal Antoine (oorspronkelijk Andrzej) Zdrojewski (de Grand Prior van Europa en van Frankrijk) als de volgende Grootmeester. 

ZDROJEWSKI  was de leider van de Poolse militaire operaties in Frankrijk. De onderlinge relatie tussen de Fransen en Polen, vechten tegen een gemeenschappelijke vijand, was erg vriendschappelijk. De Poolse regering in ballingschap hergroepeerde heimelijk overblijfselen van legereenheden (wat de derde en vierde Poolse infanteriedivisies zou zijn geweest) met het doel, door middel van rechtstreeks militair contact, de Duitse bezetting van Frankrijk te destabiliseren. Generaal Juliusz Kleeberg verzamelde een van de grootste geheime legers in Frankrijk. De eenheid werd bekend als de Poolse organisatie voor het vechten voor onafhankelijkheid (POWN) en werd geleid door kolonel Zdrojewski.  Als commandant van dit geheime leger werd  ZDROJEWSKI een heuse oorlogsheld en in 1944 promoveerde de Franse regering hem tot generaal, nadat hij een Frans Staatsburger was geworden.

De verslagen Fontes was zowel geschokt als furieus over de verkiezing van Zdrojewski, maar hij was niet bereid de onderwerpregel van de tempeliers te gehoorzamen door de macht op te geven of over te dragen. Hij probeerde de resultaten teniet te doen door te zeggen dat generaal Zdrojewski slechts tot Grootmeester gekozen werd omdat de Franse Groot Priorij “geïnfiltreerd” was door de Gualistische Geheime Politie, Service d’Action Civique (SAC).  Vergelijkbaar met de Amerikaanse CIA, de Engelse MI6 of de Israëlisiche MOSSAD van vandaag, werd de SAC opgericht door president Charles de Gaulle 4 januari 1960, met doelstelling om onvoorwaardelijke steun te bieden aan het beleid van de Gaulle. Hoewel het de waarheid was dat de Franse Groot Priorij leden van de SAC omvatte, was De Orde zeker niet ‘geïnfiltreerd’. Integendeel, dit waren allen legitiem geaccepteerde leden. 

Generaal Zdrojewski had gediend onder, en werd gepromoveerd tot Generaal door zijn voormalige commandant, President Charles de Gaulle. Hij wist heel goed wie deze SAC-leden waren en accepteerde ze in zijn Franse Groot Priorij.

De mislukte poging van Fontes om de verkiezingsuitslag teniet te doen, zorgde andermaal voor een splitsing in de Tempelorde.  Diverse Groot Priorijen, waaronder de Fransen, Belgen, Zwitsers en Polen, volgden de nieuw gekozen generaal Zdrojewski, en sommigen bleven bij de verslagen Fontes. 

Alfred Zappelli (Groot Prior van Zwitserland), Generaal Georges de Bruyn (Groot Prior van België), en Badouraly-Somji Alibay (commandant van de Poolse Commanderij) traden onmiddellijk toe tot het OSMTJ.  Degenen die de Sousa Fontes bleven volgen, stonden bekend als OSMTH.

Zowel OSMTJ als OSMTH willen hetzelfde zeggen. De ene betreft de oorspronkelijke Franse benaming, de andere de Latijnse benaming.

“OSMTJ” is het Franse acroniem voor “Ordre Souverain et Militaire du Temple de Jérusalem.” “OSMTH” is de Latijnse vertaling daarvan: “Ordo Supremus Militaris Templi Hierosolymitani”

Op 22 februari 1971 riep Grootmeester Zdrojewski een Grote Raadsvergadering bijeen van alle leden Grand Prioriijen te Parijs te Richelieu I. De eerste motie die werd aangenomen tijdens deze Grote Raad was een decreet dat Fernando de Sousa Fontes voortaan ontdaan was van alle titels, rangen en had zijn recht verloren om de gewaden en insignes van de Orde te dragen. De reden hiervoor was dat de hiervoor genoemde geen respect hadden getoond voor de hiërarchie of regels van opvolging van de Orde en overtredingen van de regels van discipline van de Orde hadden begaan. In het bijzonder stond Fernando de Sousa Fontes bekend om ranglijsten en titels in de volgorde zonder verdienste te verkopen. Hoewel de regels van de Orde slechts één Grand Prior per land per keer uitvoerden, had Fernando de Sousa Fontes steekpenningen aanvaard om verschillende gelijktijdige Grand Priors in veel landen te benoemen (‘Grand Prior’ zou de titel zijn voor de een nationale leider in elk land). Fontes heeft bijvoorbeeld steekpenningen aanvaard om zes gelijktijdige Grand Priors in Frankrijk te benoemen, vijf in Spanje, twee in de Verenigde Staten twee keer (gelijktijdige US Grand Priories in ’64 & opnieuw in ’95), twee in Schotland en twee in Servië. Elk van deze Groot Priors, geleid om te geloven dat zij de enige leider van hun natie zouden zijn, moest een klein fortuin betalen aan de Sousa Fontes voor die positie om nadien te ontdekken dat Fontes die positie ook aan anderen doorverkocht !!!

Eind 1973 voerde grootmeester Zdrojewski een reorganisatie door van de OSMTJ en een hervormde grondig de statuten. 

Hij keurde de Regionale Groot Priorijen goed die opnieuw de onafhankelijkheid van de Internationale Federatie van Autonome Grote Priories van OSMTJ legitiem konden bevestigen en elke Groot Priorij werd erkend als autonoom. De Zwitserse Groot Priorij aanvaardde deze hervormde statuten in 1973, terwijl de Groot Priorijen – met name die van België en de Verenigde Staten hen in 1975 accepteerden.

Generaal Antoine Zdrojewski bleef Grootmeester tot zijn dood in 1989. Vóór zijn dood, in 1986, gaf hij een ‘Charter of Transmission’ uit, dat gezag gaf aan Georges Lamirand, de Groot Seneschal, en hem voordroeg als zijn opvolger. 

Groot Senechal LAMIRAND, die directeur was van de Billancourt Renault-fabriek, diende als Functioneel Groot Prior van Frankrijk. Zoals Zdrojewski had gewenst, volgde Georges Lamirand Zdrowjewski op als Regent (Conciërge) van De Orde, en vervolgens werd hij algemeen gekozen tot Grootmeester. Lamirand was de oorlog begonnen als artillerie-officier in 1939, maar was snel gepromoveerd door de gelederen om de secretaris van de jeugd van Vichy te worden van september 1940 tot maart 1943. Vanaf 1943 begon hij heimelijk te werken voor het Franse verzet en na ‘ 43, werkte hij openlijk tegen de regering van Vichy. Lamirand was ook burgemeester van La Bourbole, Puy de Dome van 1955-1971. In het laatste decennium van zijn leven was Georges Lamirand in slechte gezondheid en benoemde Dr. Nicolas Haimovici HASTIER tot het ambt van grootcommandant en bewaker van het geloof.

Toen Lamirand op 5 februari 1994 stierf, werd zijn grootcommandant en beschermer van het geloof, Dr. Nicolas Haimovici Hastier, de regent van De Orde.  Dr. Nicolas Haimovici HASTIER was een genaturaliseerde Franse staatsburger, getrouwd met een Duitse, en woonde lang te Nice, Frankrijk (aan de Franse Rivièra) voordat hij naar Sanremo in Italië verhuisde.

Prof. Dr. Nicolas Haimovici Hastier is een vooraanstaand arts met meer dan 100 gepubliceerde wetenschappelijke artikelen in peer-reviewed medische tijdschriften, evenals een consultant voor de Amerikaanse overheid (gediend in een medisch toezichtvermogen op verschillende marineschepen waaronder The USS Enterprise). Hij gaf les aan verschillende universiteiten in Frankrijk en gaf 12 jaar lang les aan New York Medical College (Paramus, New Jersey) in de Verenigde Staten. Hij was districtsbestuurder van Rotary in Frankrijk en officier bij vele andere humanitaire organisaties. Nicolas was een briljante auteur en in 2001 schreef hij het boek, De Regel van de Orde van de Tempeliers . Het kostte hem ongeveer 15 jaar om dit boek te schrijven en wordt beschouwd als een meesterwerk: http://www.sartori.com/osmth/osmth4/book/ .

Van die Priorijen die in eerste instantie trouw bleven aan de Sousa Fontes na zijn nederlaag van 1970, duurde het niet lang voordat de meerderheid besefte dat ze bij de verkeerde man waren gebleven. Fernando De Sousa Fontes had tot die tijd zichzelf de ‘Regent’ of verzorger van de orde genoemd, terwijl hij steevast doorging met het ontmantelen van elk democratisch proces in het OSMTH en totdat hij de statuten eenzijdig veranderde om zichzelf de titel van “Grootmeester” te kunnen toebedelen..!  Zijn herziene statuten, die hij in 1990 eigenhandig creëerde, stelden dat als een Grootmeester niet verkozen wed binnen de 903 dagen van het Regentschap, wordt deze regent automatisch Grootmeester en dit voor het leven zonder enige verkiezing !

In 1995 werd een rechtszaak aangespannen tegen Fontes met de beschuldigingen dat hij een aanzienlijk deel van de contributie had verduisterd om zijn eigen weelderige levensstijl te financieren.

Op dit punt, in november 1995, verzamelde de meerderheid van de OSMTH Groot Priorijen onder Fontes zich in de Oostenrijkse stad Salzburg en stemde aldaar democratisch om Fernando de Sousa Fontes te verlaten, en in feite een nieuwe OSMTH Orde te creëren (de oorspronkelijke Orde onder Fontes is genaamd “OSMTH-Regency of OSMTH-Porto”). Het is belangrijk op te merken dat hun grootmeester, de Sousa Fontes, deze vergadering niet heeft geautoriseerd of bijgewoond en dat er tijdens deze vergadering geen verkiezing plaatsvond.

Wij respecteren dit nieuwe OSMTH als onze broeders en zusters omdat we begrijpen waarom ze zich hebben afgescheiden van de Sousa Fontes.

Sovereign & Military Order of the Temple of Jerusalem

Ordo Supremus Militaris Templi Hierosolymitani

Strictae Observantiae”